PRAKTIJK VOOR KINDERFYSIOTHERAPIE
menu

Wat is kinderbekkenfysiotherapie?
 

Over het algemeen verloopt het zindelijk worden van een kind vrij vanzelfsprekend. Wanneer dit niet het geval is, is het verstandig om hiervoor hulp in te schakelen. Er kunnen meerdere oorzaken zijn waardoor je kind niet (volledig) zindelijk is. De factoren die van belang zijn komen naar voren in het intakegesprek, de vragenlijsten en het onderzoek wat uitgevoerd wordt nadat je je kind hebt aangemeld. Als aanvulling op het onderzoek maken wij gebruik van echografie. Op deze manier kunnen we de blaasvulling en rectumvulling in beeld brengen en adequater behandelen. Tijdens de echo kan het kind meekijken en krijgt het feedback van het gebruik van de bekkenbodemspieren. 

 

Net als volwassenen kunnen ook kinderen last hebben van een niet goed werkende bekkenbodem. Bekkenbodemspieren zijn bewust en actief te gebruiken. Veel kinderen zijn zich hiervan niet bewust en voelen dit niet. Dit kan allerlei klachten veroorzaken die een opgroeiend kind in de weg kunnen zitten. Onder “bekkenbodem” worden de spiergroepen verstaan die de buikholte van de buitenwereld scheiden, met daarin 2 openingen voor het kwijtraken van plas en poep (en voor de meisjes uiteraard ook nog de vagina). Deze spiergroepen vormen een sluitspier voor de plasbuis en de anus en spelen dus een rol bij zowel het ophouden als het uitscheiden van plas en poep. Dit wordt zodanig aan je kind uitgelegd, dat het begrijpt dat het aanleren van plassen en poepen een vaardigheid is net zoals bijvoorbeeld fietsen of zwemmen.

 

Ik ben specialistisch opgeleid om je kind op een speelse wijze te leren voelen waar de bekkenbodemspieren zitten en hoe hij of zij daar controle over kan krijgen. Ook wordt geleerd hoe en wanneer je kind moet plassen en poepen. Zo krijgt je kind inzicht in het leren voelen en leert hij/ zij adequaat te reageren op signalen van aandrang.

 

Wat zijn problemen met poepen en plassen?

De kinderbekkenfysiotherapeut helpt kinderen met:

- heel vaak plassen
- pijn bij plassen (blaasontstekingen)
- plasongelukjes
- poepongelukjes
- niet of moeilijk kunnen poepen
- plasongelukjes in bed    

 

Zindelijk worden en sensomotorische integratie

De meeste kinderen worden ergens tussen twee en drie jaar zindelijk. Dat houdt in, dat er ook kinderen zijn die later zindelijk worden. 
Om zindelijk te worden moet een kind voelen dat zijn blaas of darmen vol zijn. Hij moet het dan nog even kunnen ophouden om naar het toilet te gaan, zijn broek naar beneden te doen en op het  toilet of op een potje te gaan zitten. Daarna moet er gerichte druk op de blaas of de darmen worden uitgeoefend terwijl de sluitspieren zich juist moeten ontspannen om tot het gewenste resultaat te komen. Dit hele proces van het voelen van de aandrang tot aan het plassen of poepen in het toilet of op het potje heeft te maken met sensomotorische integratie: iets waarnemen en daarop reageren met een motorische handeling die het gewenste resultaat oplevert.  
Het is dan ook niet verbazend dat zindelijk worden en problemen met de sensomotorische integratie niet zo goed samen gaan. Hoewel er ook andere oorzaken aan zindelijkheidsproblemen ten grondslag kunnen liggen, is het altijd zinvol om te kijken in hoeverre   sensomotorische integratie problemen het niet of moeilijk zindelijk worden, beïnvloedt. 
 

Download hier de informatiefolder